Fulps en Lia Duinker
Fa. Duinker
Vindingrijk en creatief zijn zit in de genen
Midden in de woestijn staan twee blauwe tractoren met kilverbakken. Wat doet een Texelse loonwerker in Koeweit? Met zichtbaar plezier vertelt Fulps Duinker over de klus. ‘Het materiaal werd per schip vervoerd. We hebben er bijna een jaar gereden.’ Leuk, zo’n speciaal project, maar op Texel moet gewoon gras worden gekuild en bieten gerooid. Allemaal mooi werk.
Aan de voet van de waddendijk wordt hard gewerkt. De ene schuur noemt Fulps de operatiekamer, daar worden trekkers en machines onderhouden en gerepareerd. De andere schuur is vooral smederij, waar laswerk en constructie wordt gedaan, wordt geknutseld en waar machines zo nodig worden aangepast. Er gebeurt nog veel meer in het bedrijf.
‘Opa was wiervisser’, vertelt Fulps. Het knutselen zat er toen al in. Opa bedacht en fabriceerde zelf een mechanische pers om het wier in pakken te persen. ‘Maar ja, de Afsluitdijk kwam en het wier verdween.’ Opa was niet voor één gat te vangen, in 1935 kocht hij een dorsmachine. Zonen Teun, Piet en Jan kwamen in het bedrijf. ‘Na de oorlog gingen ze ook grond rijden, waardoor ze in de tijd van de ruilverkaveling op Texel en aan de overkant flink werk hadden. En het slotenmaaien kwam erbij.’
Nieuwe machines
Het graan stond op klampen, waardoor er met de dorsmachine voor een lange periode werk was. Rond 1960 deed de combine echter z’n intrede. Een machine die in één werkgang kon maaien en dorsen, maar alleen bij droog weer. De korte oogstperiode betekende dat er tijd overbleef voor ploegen, zaaien, hooien, land- en reparatiewerk.
Fulps, zoon van Piet, kwam na zijn studie werktuigbouwkunde in het bedrijf. Behalve in reparatie- en constructiewerk, was hij ook geïnteresseerd in het zelf bouwen van machines. Zo maakte hij met zijn vader een diepspitter, waarmee storende lagen in de ondergrond werden doorbroken. ‘De Heidemij (ontginningsmaatschappij die vooral in Drenthe actief was; red.) deed er proeven mee, die positief uitpakten. We konden met onze machine meer dan een meter diep spitten. De capillaire werking van de grond werd enorm verbeterd, waardoor er hogere opbrengsten werden gehaald. Bijna heel Eierland is door ons ermee bewerkt.’
Firmanten
Vindingrijkheid en creativiteit zitten in de genen. ‘Op een eiland is het handig als je alles zelf kan. En als je van niets iets kan maken’, zegt Fulps, die tevens subdealer werd van Ford-tractoren. Zijn vrouw Lia, aanvankelijk lerares Engels op de OSG, kon die baan niet combineren met vijf kinderen en de boekhouding. Plus alles wat erbij komt in het bedrijf. ‘Vliegende keep’, omschrijft ze haar werkzaamheden. In de jaren ’90 werden zij en Fulps de firmanten, later aangevuld met Eelco Bakker. Daarnaast telt het bedrijf tien medewerkers en de nodige leerlingen en stagelopers. Eelco komt uit Groningen. Hij is familie van Lia en van jongs af kind aan huis in het bedrijf. Hij heeft zich onder andere gespecialiseerd in gps, tegenwoordig onmisbaar in de landbouw. Tevens doet hij het bieten rooien en de verkoop van tractoren en machines.
Al vele jaren is Eelco de man op de grote pakkenpers. Hij perst niet alleen hooi en stro op Texel, maar ook in de Wieringermeer, Groningen en zelfs een keer in Oost-Duitsland. In de ware traditie van het bedrijf heeft hij zelf verbeteringen aangebracht aan zijn pers, die door de leverancier zijn overgenomen.
Specialisatie
In de negentiger jaren rolden ze in de teelt van wortels. Gewoon, omdat het leuk was. Het leverde in de beginjaren topopbrengsten op. Dus bleven ze het doen en bedacht firma Duinker zelf een aantal machines voor de worteloogst. Bieten, wortels, graan… de akkerbouw is inmiddels een volwassen tak van het bedrijf geworden. Jaarrond is het druk. Lia: ‘Ik heb tegen Fulps gezegd: als je ook nog met koeien begint, dan haak ik af.’ Ze wil ook nog wel eens met de camper van huis. ‘We gingen eerder bijna nooit op vakantie, als we het nu niet doen, hoeft het niet meer.’ Dochter Marianne heeft inmiddels de meeste taken op kantoor overgenomen en dat zijn er tegenwoordig heel wat.
Hoewel de meeste werkzaamheden op Texel zijn, is het Marsdiep voor het bedrijf niet automatisch een grens. De overkantse en buitenlandse klussen komen vaak via contacten met oud-werknemers of collega’s, waarmee ze ooit hebben samengewerkt. Hoewel Fulps nog niet aan stoppen denkt, dwingt de huidige situatie in de agrarische wereld hem wel tot nadenken over de toekomst. ‘We moeten ons nog meer richten op specialisatie in het loonwerk, dingen doen met machines die een ander niet kan. Zelf alles repareren, zodat er niet hoeft te worden gewacht op een busje van de overkant. Trekkers zijn tegenwoordig rijdende computers. Wel emissiearm, dus duurzamer dan menigeen denkt. Maar ook ingewikkeld. Dan heb je goede monteurs nodig en die hebben we. We hebben de kennis en kunde in huis om alles te onderhouden en te repareren.’
Uitdagingen
Het is geen dertien in een dozijn bedrijf. Dat vergt een flexibele accountant. Er is een goede relatie met Marco Tuntelder van VBA, die het bedrijf door en door kent en er plezier in heeft. Lia en Marianne zijn blij met hem. ‘Hij denkt goed mee en we kunnen altijd terecht met vragen. Zoals met buitenlandse klussen, je komt letterlijk in een totaal andere wereld. Je moet wel gedekt zijn als je per ongeluk bij zo’n oliesjeik over zijn tenen rijdt. Hij begeleidt ons daar uitstekend bij en komt met goede suggesties en oplossingen.’
Firma Duinker is volop in beweging. Fulps en Eelco houden van uitdagingen. Het gaat vaak niet volgens verwachting. Het weer is veranderlijk en storingen in machines komen in de regel plotseling. Er moet dus worden geschakeld en slimme oplossingen worden bedacht. Ook van de overkant komen af en toe verzoeken om technisch advies. Vindingrijk, creatief én flexibel, dat zijn ze, onder aan de dijk.