Wilma Laan
Wilma Eten & Drinken
‘Ik wilde gewoon een lekkere pan soep maken’
Al twaalf jaar runt Wilma Laan (46) een van de leukste en gezelligste horecabedrijven van het eiland: snackbar Wilma Eten & Drinken in De Cocksdorp. Maar dat succes heeft ze niet te danken aan haar opleiding. ‘Op de hotelschool moest ik leren de kostprijs van een doperwt te bepalen. Niks voor mij. Ik wilde gewoon een lekkere pan soep maken.’
Ze is meer van de praktijk dan van de theorie. ‘Op de hotelschool kreeg ik te horen dat je als manager de markt moet kunnen bepalen. Wat een onzin! Ik snap dat dat in Amsterdam nodig is, met zoveel restaurants voor dezelfde doelgroep. Maar op Texel zijn die gasten er al. Laat mij maar zorgen dat ze blijven komen. Gewoon, door lekker eten op tafel te zetten, voor niet achterlijk veel geld.’
Op z’n Wilma’s
Bij strandpaviljoen Paal 28 werd ze als veertienjarige na een week al naar de keuken gehaald. ‘Daar hadden ze het door: Wilma moet koken!’ Ook op de koksopleiding viel ze op. ‘Ik deed het op z’n Wilma’s. Sommige gerechten had ik al zo vaak gemaakt, dat ik niet meer naar het recept keek. Of ik week af. Met de voorgeschreven ingrediënten had je precies genoeg voor drie personen. Ik wilde een pan vol maken. Dat had ik van huis uit meegekregen. Iedereen kon altijd aanschuiven.’
In eetcafé De Rog, van haar vroegere leermeester Piet Zijm, stond ze achter de bar. En in haar eigen snackbar neemt ze ook bestellingen op. ‘Maar het liefst sta ik achter de pannen. Daar voel ik me thuis, daar creëer ik rust. Ik kom wel naar voren om bekenden te groeten. Zoals Piet Kikkert, de oud-buschauffeur. Elke zondag stapt hij met z’n vrouw op de fiets om hier te lunchen. Dan zeg ik: Goed dat je er bent, Piet. Zonder jou kan ik de tent wel sluiten. Dat contact met gasten is leuk.’
Haar start als ondernemer beleefde ze in het Eierlandsche Huis, het gemeenschapsgebouw van De Cocksdorp. ‘Ik was tweeëndertig en vond het doodeng. Moest ik plotseling gaan bepalen wat een kopje koffie moest kosten. Dat onderdeel had ik op school nou net niet leuk gevonden. Gelukkig had ik al veel ervaring. Van elke werkgever nam je wel iets mee. En ik ben enorm op weg geholpen door Gerard en Joke Hooijschuur van ’t Bikkelement. Bij hen kon ik altijd terecht.’
Gas erop!
Ze beleefde er drie mooie jaren. Als gastvrouw voor de klaverjasclubs en de bejaardensoos, maar ook als moederfiguur voor de kinderen van het dorp, die hun hart bij haar kwamen luchten als ze problemen op school hadden of ruzie met hun moeder. Maar het was ook heel hard werken. ‘Gas erop! Personeel in dienst nemen was geen optie.’
In 2009 begon ze haar eigen snackbar. Aanvankelijk in een hoekje van De Concurrent, de winkel van Roel en Hetty Veldman, sinds 2016 huurt ze een heel gebouw van het bevriende ondernemersechtpaar. ‘In de eerste winter stond ik nog achter de bar in De Slock om wat bij te verdienen, maar al snel ging het zo goed dat ik serieus personeel nodig had. Uiteindelijk dreigde ik zelfs aan mijn eigen succes ten onder te gaan. Ik was alleen nog maar aan het werk en vond alles stom. Ik stond op het punt de boel te verkopen.’
Boterham met kaas
Zover zou het niet komen. Nog net op het juiste moment kreeg ze een telefoontje van dorpsgenoot Gerrit Koorn, met wie ze nog had samengewerkt bij Paal 28. Gerrit had na een loopbaan bij een accountantskantoor op z’n vijftigste besloten terug naar de horeca te gaan. Sinds 2018 is de snackbar van hen samen. ‘Als Wilma werkt, is het haar tent. Als ik werk, is het de mijne’, vat Gerrit de situatie samen.
Voor Wilma betekent het dat ze eindelijk tijd heeft voor het gezinsleven met haar man Ramon en (bonus)zoon Sil. En ze vindt haar werk weer leuk. ‘Dat mensen meer eten dan ze eigenlijk op kunnen, omdat ze het zo lekker vinden. Ik heb nog nooit zulke lekkere patat gegeten, hoor ik soms. Dat is genieten. En als ik daar dan zelf ook nog een boterham met kaas aan overhoudt, is het voor mij genoeg.’