Familie de Lugt
Landbouwbedrijf de Lugt 

Vierde generatie gaat door met moderniseren

Maar liefst vijfendertig vaste medewerkers telde het akkerbouwbedrijf van C.J. (Cornelis Johannes) de Lugt in 1959. In drukke tijden kwamen daar nog eens zo’n vijfenzestig contractarbeiders bij, zodat honderd man aan het werk was om de oogst met de hand en met paard en wagen van het land te krijgen. Zijn nazaten doen het zestig jaar later met z’n vijven.

De mannen van De Lugt vormen een bedrijvige familie. Ze zitten niet snel stil en er is altijd werk in overvloed. Een afspraak voor een interview is dan ook niet zomaar gemaakt. Maar na de droogste zomer sinds mensenheugenis regent het op 6 september dat het giet, aardappelen rooien gaat niet en voor één keer hebben ze alle tijd. We zitten bij elkaar in de kantine van Padang, het bedrijf aan de Hoofdweg. Aan tafel zitten de broers Cor (62) en Dirk (56) en hun zoons Matthijs (29) en Bart (27). Het is al snel gezellig. De plagerijen vliegen over tafel en regelmatig staat een van de jongens op om voor verse koffie te zorgen.

Zoon van een aannemer

Aan het woord is aanvankelijk vooral Cor. ‘Dirk kan heel goed luisteren. Ik niet, ik praat liever’, zegt hij met gevoel voor zelfspot. Eigenlijk moet ik zijn moeder interviewen, vindt hij. Ze is 87, nog springlevend en ze weet alles over de geschiedenis van het bedrijf. Maar ook Cor zelf blijkt aardig op de hoogte. Zijn opa, naar wie hij is vernoemd, kwam in 1928 vanuit Den Haag naar Texel. ‘Hij was de zoon van een aannemer, maar wilde liever boer worden. Wél heeft hij in Den Burg het huis Wilhelminlaan 2 gebouwd, waar onze familie altijd heeft gewoond.’

Opa De Lugt was een bijzondere man. Hij was een van de oprichters van de NAK (de keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed), zat in menig bestuur en maakte zich als president-commissaris van TESO hard voor de verhuizing van de thuishaven van Oudeschild naar ’t Horntje. Op latere leeftijd hield hij zich voor de Grondkamer van Amsterdam nog bezig met de aankoop van grond voor de wegverbreding langs het Noordhollands Kanaal en verhuisde hij terug naar de vaste wal. Maar bovenal was hij een kundig agrariër en een slimme zakenman. ‘Opa was zeer vooruitstrevend. Hij bouwde een grote loods aan de Schilderweg, geschikt om de opbrengst van tientallen bunders aardappelen in op te slaan. Meubelmaker Johan Tromp zit er nu. Opa had de eerste weegbrug op het eiland, de eerste gasolietank en hij deed veel aan mechanisatie. Hij heeft ook veel land verkaveld. In dit deel van Eierland was het net De Slufter. Hij maakte er grote, rechte stukken van. Alles met de hand. Daar profiteren wij nu nog van.’ Bart grijnst: ‘Het is alleen een beetje scheef.’ Cor houdt voet bij stuk: ‘Ja jongen, ze hadden toen nog geen GPS.’

Belangrijke werkgever

De Lugt senior was een belangrijke werkgever op het eiland. In drukke tijden moest hij alle zeilen bijzetten om aan voldoende personeel te komen. Cor: ‘Mensen kwamen uit het hele land. Bij het rooien van aardappelen werden ze betaald per meter. Opa nam controleurs in dienst om in de gaten te houden dat iedereen deed wat ie moest doen. Ik weet zelf ook nog best dat hier vijfentwintig, dertig man in vaste dienst was. Ze kwamen allemaal op de fiets of de brommer, het hele erf stond er vol mee. Kors Timmer was jarenlang bedrijfsleider. Verder had je mannen als Vinke en Barhorst. Goeie mensen, waarvan een groot deel hier veertig jaar of langer heeft gewerkt.’

Strengheid en sociaal gevoel gingen bij het leiden van het bedrijf hand in hand. De Lugt had vijfendertig paarden en die moesten ’s ochtends op tijd ‘aan de muur’ staan, klaar om naar het land te gaan. ‘Om zes uur. En niet om één over zes. Het werk begon al vroeg. Maar opa had ook een groot hart. Alles wat ziek en misselijk is, kan wel naar De Lugt, werd toen gezegd. Veel mensen haalden hier hun pensioen. Er is nooit iemand wegbezuinigd.’

Onder leiding van Henk de Lugt, de vader van Cor en Dirk, groeide het bedrijf door. De mechanisatie werd doorgevoerd en in 1987 werd bij de boerderij in Eierland een nieuwe en nog veel grotere opslagruimte voor de aardappelen gerealiseerd. Ook andere strategische beslissingen werden genomen, zoals het afstoten van de verouderde opslag bij Oudeschild en de niet langer rendabele graandrogerij.

Nooit woorden

Hoewel Dirk nog een open dag van de zeevaartschool bezocht, stond voor hem en Cor al vroeg vast dat zij – en niet een van hun twee andere broers of hun zus – het bedrijf zouden voortzetten. ‘Er is nooit veel over gesproken, het is heel vanzelfsprekend gegaan.’ Dat geldt ook voor de taakverdeling. Cor: ‘Je deed gewoon wat er gedaan moest worden en waar je meeste interesse lag. Dirk is bovendien beter onderlegd dan ik.’ Zijn broer sputtert tegen, maar Cor gaat onverdroten door: ‘Ja, dat is gewoon zo. En het is alleen maar mooi dat je er iemand bij hebt met een goed financieel inzicht. Aan de andere kant heeft Dirk nooit op een spuitmachine gezeten. We werken nu vijfendertig jaar samen en hebben nooit woorden gehad. Misschien was er wel eens wat, maar ik kan me niet één ruzie herinneren.’

Dirk valt hem bij: ‘Dat komt doordat we elkaar waarderen voor ieders inbreng. Bovendien weet je dat ook de ander het beste voor het bedrijf voor ogen heeft. Dan hoef je niet aan elkaar te twijfelen.’ Cor, enthousiast: ‘Hoor je dat nou? Dat bedoel ik. Alleen kan ik het niet zo mooi zeggen als Dirk. We hebben elkaar inderdaad altijd gewaardeerd. Belangrijk is ook dat je ongeveer op hetzelfde niveau leeft. Dat de een niet in een dikke BMW rijdt en de ander in een klein rotautootje. We gaan ook niet alle avonden bij elkaar op bezoek. Dat hoeft ook niet, want we spreken elkaar al genoeg. En alle beslissingen namen we samen. Onze vrouwen dachten wel mee, maar als het erop aankwam, dan bemoeiden ze zich niet met het beleid. Dat mag je ook wel opschrijven.’

‘Ik kan me van al die tijd niet één ruzie herinneren’

Vierde generatie

De 29-jarige Matthijs (een zoon van Cor) en de 27-jarige Bart (een zoon van Dirk) vormen sinds 2013 de vierde generatie in het bedrijf. Voor allebei geldt dat ze een diploma van de middelbare landbouwschool combineren met brede praktische kennis, opgedaan in het familiebedrijf en bij diverse collega-agrariërs.

Hoewel hun vaders nog steeds firmant zijn en vooral Cor nog volop meedraait, is de dagelijkse leiding steeds meer in handen van de neven gekomen. Ook bij hen vormt de werkverdeling nooit een punt van discussie. ‘Dat gaat vanzelf.’ Cor geeft toe dat hij nog een beetje moet wennen. ‘Ik bemoei me er misschien nog even te veel mee. Dan bel ik over iets dat ze niet mogen vergeten, maar is het allang gebeurd. Maar verder gaat het hartstikke goed. Ik ben blij dat ik nog mag meedoen. Het zou een straf zijn als ze zouden zeggen dat ik niet meer welkom ben. Ik lijk op mijn vader. Die stopte al op z’n zesenvijftigste, maar heeft nog tot z’n tachtigste de boekhouding gedaan.’

Imposant

Het verbouwen van aardappelen, die over de hele wereld worden verkocht, vormt nog steeds de belangrijkste tak van het bedrijf. Er is een opslagcapaciteit van 2500 ton. Door de hete en droge zomer raakt de schuur dit najaar waarschijnlijk voor niet meer dan tweederde gevuld. Evengoed kun je spreken van imposante hoeveelheden. Daarnaast worden graan, bieten en maïs verbouwd en zo’n 145 vleeskoeien gehouden. Het totale areaal beslaat bijna 270 hectare. Cor: ‘Er zijn op Texel grotere landbouwbedrijven, maar dat zijn allemaal samenwerkende organisaties.’

Ook na negentig jaar blijft de firma De Lugt zich moderniseren. De automatisering is inmiddels zo ver gevorderd dat het aantal medewerkers buiten de vier firmanten is gereduceerd tot één. ‘Erwin Brokken is onze steun en toeverlaat in techniek en onderhoud.’

De modernisering uit zich op allerlei manieren. Zo worden akkers voor het zaaien en poten niet meer geploegd. Dirk: ‘We lichten de bovenste laag alleen nog wat op, in plaats van de grond helemaal om te gooien. Daardoor blijft de structuur beter in tact en ook het bodemleven. Overtollig water loopt makkelijker weg en na droge perioden zie je ook veel sneller herstel. Je maakt de grond weerbaarder. Bovendien bespaar je veel tijd. Die kunnen we goed gebruiken voor het sorteren van aardappelen, bijvoorbeeld.’

Precisiewerk

Een andere belangrijke maatregel is het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Cor: ‘Toen de jongens me vertelden dat ze voor 25.000 euro een kunstmeststrooier hadden gekocht, zei ik: wat moeten we ermee? Maar ik heb mijn woorden moeten terugnemen. Het werkt prachtig, computergestuurd, zodat de kunstmest veel beter wordt verdeeld en je op de kopeinden van de akker helemaal geen overlappingen meer hebt. Daardoor werk je veel zuiniger.’ Dirk: ‘We moeten op de kosten letten en daarom moet je wel mee in zulke maatregelen. Dat is voor mij ook het bewijs dat je om het milieu te beschermen de bedrijven niet hoeft in te krimpen. Juist niet. Grootschaligheid leidt tot meer precisiewerk.’

Aan alle ontwikkelingen komt voorlopig geen einde, verwachten de vier firmanten. Matthijs: ‘GPS op een tractor was een paar jaar geleden iets nieuws. Nu is het heel normaal. Misschien maken wij het nog wel mee dat er helemaal niemand meer op een tractor zit.’

 

Op één in de AgriTop 50

Door de toetreding van zoon Bart en neef Matthijs als firmanten en met de steun van zijn toen al zieke en drie jaar geleden overleden vrouw Marianne heeft Dirk de Lugt de ruimte gekregen om zich ook buiten het familiebedrijf te ontplooien.

Sinds 2014 is hij voorzitter van de raad van beheer van Royal Cosun, een coöperatieve organisatie met Aviko en Suiker Unie als meest bekende dochterbedrijven. Daarnaast is Dirk voorzitter van de brancheorganisatie van akkerbouwers, voorzitter van de Nationale Coöperatieve Raad, lid van het presidium van CIBE (een Europese organisatie van bietentelers) en lid van de board of directors van de wereldorganisatie van biet- en riettelers WABCG.

‘Dirk de Lugt ontwikkelt zich steeds meer als spin in het web voor de akkerbouw’, schreef agrarisch vakblad Boerderij onlangs over hem. De bekroning kwam eind vorig jaar, toen hij in de AgriTop 50 bovenaan eindigde en daarmee werd uitgeroepen tot meest invloedrijke man in de Nederlandse agrarische wereld, nog vóór de minister van Landbouw.

Dirk blijft er bescheiden onder, maar moet toegeven dat hij heeft genoten van alle lof. ‘Maar niet te lang hoor. Je moet weer door. En er komt vast ook wel weer een periode dat de waardering wat minder is.’

Vooral als voorzitter van de nationale brancheorganisatie speelt de Texelaar een centrale rol. ‘In die organisatie zijn niet alleen de plantentelers vertegenwoordigd, maar ook de veredelaars, de handel en de verwerkende industrie. Daardoor zit je met mensen uit de hele keten aan tafel. De voorzitter kan aan alle kanten sturen. Dat vind ik inspirerend en mooi.’

Erg belangrijk in de nabije toekomst wordt volgens Dirk het ontwikkelen van ‘robuustere’ zaden, die beter bestand zijn tegen de verzilting van landbouwgrond en de extreme weerstypen die optreden door het veranderend klimaat. ‘Zestig procent van alle zaden in de wereld wordt in Nederland geteeld. Dat is nogal wat. Het betekent ook dat ons op innovatief gebied heel wat te doen staat. Een mooie uitdaging om daar als voorzitter richting aan te mogen geven.’

 

Door: Joop Rommets, foto: Stefan Krofft
Publicatiedatum: november 2018

Word nu abonnee

ontvang 4 nummers voor € 24,95