Aad en Anja Amsing
Eigenaren Amsing Recycling
Ben Amsing werkte halverwege de jaren tachtig voor een Nederlands bouwbedrijf in Soedan. Hij ergerde zich – toen al – aan de grote hoeveelheid zwerfplastic in de woestijn. Het zette hem en zijn vrouw Hennie aan het denken: wat kunnen wij zelf doen tegen milieuvervuiling? Hennie voegde de daad bij het woord en startte vanaf haar boerderij op Spang met de inzameling van glas. In Hennies idealistische voetsporen runnen haar zoon Aad en schoondochter Anja van Exel in Oudeschild nu – ruim dertig jaar later – Amsing Recycling.
‘Moeder Hennie’ overleed afgelopen april. Anja spreekt vol respect over haar: ‘Wat een stoer, hardwerkend mens was dat. Puur uit idealisme, want met de inzameling van glas en later oud papier en plastic kon ze het hoofd nauwelijks boven water houden.’ Hennie begon halverwege de jaren tachtig met het inzamelen van lege flessen. Aad: ‘Glas zonder statiegeld verdween in die tijd gewoon nog in de vuilnisbak. Mijn moeder haalde het glas wekelijks zelf bij de bedrijven op, in haar Panda.’ Ondernemers werkten graag mee. Aad: ‘Trouwe klanten van het eerste uur waren bijvoorbeeld Jan Stolk van het Havenrestaurant, Ed Stiekema van Question en de familie Ruis van camping Coogherveld.’
Papierpersje
Al snel nam Hennie behalve glas ook oud papier mee terug naar Spang. Aad: ‘In de schuur stond een simpel papierpersje. Alles gebeurde op de hand. Mijn zus en ik hielpen later geregeld mee in het bedrijf. Dan prikten we bijvoorbeeld gaatjes in de petflessen, zodat ze niet explodeerden in de plasticpers.’ De berg ingezameld afval groeide gestaag. Anja: ‘In twintig jaar ging de hoeveelheid oud papier van jaarlijks twintig ton naar meer dan zeshonderd. Daar was op de boerderij nauwelijks nog ruimte voor. De balen papier lagen hoog opgetast op het erf. Hennie maakte dagen van wel zestien uur, maar verdiende nog steeds bijna niks. Het ging ook allemaal zo inefficiënt.’ Dus werd het tijd om de boel te moderniseren. Aad: ‘De gemeente werkte graag mee, die wilde die enorme berg afval daar wel weg hebben.’
Recyclehart
Het duurde toch nog jaren voordat het bedrijf uiteindelijk verhuisde. In 2005 werd een nieuw bedrijfspand geopend aan het Vliegwiel in Oudeschild. Aad, die sinds het overlijden van zijn vader in 1999 al parttime in de zaak zat, zegde zijn baan bij de wolfabriek definitief op. Anja verruilde haar vaste baan in het verpleeghuis voor een aanvankelijk nog onzekere toekomst in de recycling. Maar het pakte allemaal goed uit. Nu, vijftien jaar later, runnen ze met hulp van twee vaste medewerkers een bedrijf waar je recyclehart sneller van gaat kloppen, aldus zakenpartner Kras Recycling in Volendam, dat een groot deel van de materialen van Amsing verder verwerkt. Dankzij Amsing Recycling krijgen onder meer grote hoeveelheden Texels oud papier, karton, plastic, pvc, piepschuim, tuinmeubelen, kunststof auto-onderdelen en oud ijzer een tweede leven.
30.000 kilo per week
Oud papier vormt de bulk. Anja. ‘We sorteren hier in opdracht van de gemeente wekelijks zes containers papier en karton van de scouting en eens in de twee weken de papiercontainers uit Den Hoorn en Oosterend. In de andere dorpen wordt het oud papier één keer per maand opgehaald. En dan hebben we nog het papier van de Texelse bedrijven, dat terugkomt via onze eigen rolcontainers die bij de bedrijven uitstaan. Wekelijks transporteert AB Texel voor ons minimaal dertigduizend kilo naar een papierverwerkingsbedrijf in Roermond, door ons uitgesorteerd in karton, ‘wit papier’, de meest schone variant en ‘bont papier’, geschikt voor hergebruik in bijvoorbeeld wc-papier of eierdozen.’
Gunfactor
In de grote wereld van de recycling is het runnen van een relatief klein recyclingbedrijf niet eenvoudig. Anja: ‘We lopen soms tegen de beperkingen van het eiland aan. De afvalstroom is te klein voor grote investeringen. We zouden dolgraag een nieuwe papierpers kopen, maar dat is gewoon niet rendabel. Tegelijk moeten we voldoen aan steeds meer regelgeving. Ook dat vergt investeringen die eigenlijk niet passen bij deze schaalgrootte. Hetzelfde geldt voor het verkrijgen van een certificering voor archiefvernietiging. Zo’n investering verdienen we nooit terug.’ Aad: ‘Dus doen we veel gewoon nog op sien Tessels, zoals we het altijd al deden. Gelukkig is de gunfactor hier groot. Ik zeg wel eens: wij kunnen niet zonder Texel, maar Texel kan ook niet zonder ons.’ Het is volgens Anja vooral een kwestie van vertrouwen: ‘Wie met ons samenwerkt weet dat we geen geheimen hebben. Neem Tatenhove. Is dat niet jullie concurrent, vragen mensen dan. Maar nee, wij gaan niet in elkaars vaarwater zitten. Dat doe je niet. Ook met De Hamster hebben we een prima relatie. Zij sturen steeds vaker mensen naar ons door. We hebben hier buiten een hele rij containers staan, waar ook particulieren terecht kunnen. Wat je bij ons brengt, wordt niet verbrand, maar vindt een tweede bestemming.’
Onder de streep
Wat steeds weer opvalt is het idealistische motief van waaruit Aad en Anja lijken te werken. Anja, bescheiden: ‘Ach, geld verdienen is gewoon niet ons hoofddoel. We willen graag iets goeds doen. We zijn misschien niet altijd zakelijk genoeg, vinden het nu eenmaal lastig om ergens nee tegen te zeggen. Dus zamelen we ook materialen in waar we niks aan verdienen of waar zelfs geld bij moet.’ Kijkt Aad lachend aan: ‘Hoewel we het langzaamaan wel leren, toch? Waar het ons om gaat is dat we onder de streep genoeg overhouden. En we kunnen nog altijd een goede boterham verdienen. Er zijn goede jaren, als bijvoorbeeld de papierprijs hoog is, en mindere, zoals nu. Maar dat is in elke branche zo. Belangrijker is dat we ons werk nog altijd met veel plezier doen. En dat we hiermee ons steentje bijdragen. Wat dat betreft is het niet eens zo heel anders als destijds bij moeder Hennnie.’