Familie Rodenburg
IJsboerderij Labora
In 2016 investeerde Christiaan Rodenburg nog flink in zijn bedrijf, IJsboerderij Labora. Een jaar later, op 12 september 2017, maakte een slopende ziekte op 44-jarige leeftijd een einde aan zijn leven. Een hard gelag voor zijn naaste familie, die niet alleen met het verlies moest leren leven, maar ook zakelijk verder moest. Vader Piet, dochter Mylène en tweelingzus Wilma blikken terug op de afgelopen twee jaar.
‘In februari was de nieuwe stal klaar, in mei werd kanker bij Christiaan geconstateerd. Hij voelde zich al een tijdje niet zo lekker, maar dacht dat het door spanning kwam. Hij wilde meer koeien melken, zo’n 150 in totaal, en had daarom samen met m’n vader al een paar jaar meer kalfjes en pinken aangehouden. Maar nieuwe regelgeving zette een streep door de plannen. Het is een ingewikkeld verhaal, maar meer koeien melken kan alleen door in extra fosfaatrechten te investeren. Uiteindelijk moesten er juist koeien worden verkocht. Christiaan heeft dat voor een gedeelte nog zelf gedaan. Hij besefte natuurlijk dat de inkomsten uit de melkverkoop omlaag zouden gaan.’
Al snel werd duidelijk dat genezing niet mogelijk was en dat Christiaan alleen mocht hopen dat het nog even zou duren. Terwijl een medewerker van de agrarische bedrijfsverzorging vijf dagen per week het Marsdiep overstak om de dagelijkse gang van zaken op het bedrijf te behartigen, maakten Christiaan en zijn familie plannen voor een toekomst zonder hem.
De boel verkopen?
Een moeilijke zaak, om het maar voorzichtig te zeggen, want de kinderen van de alleenstaande Christiaan – Mylène (nu 18) en Dennis (15) – waren nog veel te jong om het bedrijf al voort te zetten. Verschillende opties werden besproken. ‘Het makkelijkste was de boel te verkopen. Maar dat doe je niet. Ik heb het vroeger in mijn omgeving een paar keer gezien: een boer met een jong gezin overleed en het bedrijf werd verkocht. Toen de kinderen groot waren, bleek dat ze best boer hadden willen worden’, vertelt Piet.
Zelf verkocht hij in 1997 zijn veehouderij in het Zuid-Hollandse Noorden, om samen met zijn vrouw Anneke, hun toen 24-jarige zoon Christiaan en diens toenmalige partner – de moeder van zijn kinderen – aan de Hollandseweg bij De Cocksdorp een nieuwe toekomst te beginnen. ‘We hebben in 22 jaar iets moois opgebouwd. Helaas heeft Christiaan er niet verder aan kunnen bijdragen. We voelen allemaal gepaste trots. Geen haar op mijn hoofd die erover dacht een bord in de tuin te zetten. Al was ik er dan zelf al een paar jaar uit, ik wilde graag mijn steentje bijdragen om het bedrijf voort te zetten. Mochten mijn kleinkinderen het later alsnog willen verkopen, dan heb ik in ieder geval mijn best gedaan.’
Al vrij snel werd duidelijk dat er een bedrijfsleider voor de melkveehouderij moest komen. Het werd John van Schaik, die al ruime ervaring had opgedaan bij collega-agrariër Niek Slot. Wilma: ‘Christiaan had hem er zelf al eens over gesproken en nadat hij was overleden, zijn we opnieuw met John gaan praten. Hij is hier op 1 februari vorig jaar begonnen.’
IJsbereiders
Voor de ijsmakerij waren de zorgen minder groot. ‘We hebben al jaren dezelfde ijsbereiders: Claudia Kuiter en Lilian Westdorp. Ze werken heel zelfstandig, van de inkoop tot de productie. We zijn heel blij met ze’, vertelt Wilma. Zelf verzorgt ze de boekhouding en komt daarvoor op donderdag voor twee dagen naar Texel. Geen makkelijke beslissing, omdat ze thuis in Lekkerkerk een gezin heeft en in Utrecht een baan bij het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak. Om het praktisch allemaal mogelijk te maken, is ze daar twee dagen minder gaan werken. Haar beslissing mag je best bijzonder noemen, al was het maar omdat ze het huis al uit was toen haar vader, moeder en broer naar Texel verhuisden. Ze heeft hier dus nooit gewoond. Op de vraag waarom ze dan toch voor deze oplossing heeft gekozen, heeft ze niet direct een antwoord paraat. ‘Dat heb je met tweelingen, hè. Die hebben een bijzondere band’, suggereert haar vader. Wilma lacht. ‘Ik heb deze optie met Christiaan besproken. Voor vijf jaar, heb ik gezegd. Dan is Mylène 23 en is er hopelijk meer duidelijkheid over de toekomst.’
Haar nichtje heeft stil en aandachtig meegeluisterd. Ze is blij met de oplossing, waarbij haar opa op 70-jarige leeftijd niet alleen een soort manus-van-alles in het bedrijf is, maar ook de bewindvoerder voor haar en haar broer. ‘Ik ben tijdelijk gestopt met mijn opleiding aan de Aeres Hogeschool in Dronten. Toen mijn vader overleed, zette iedereen een tandje bij. Ik heb daarna steeds meer bij mezelf ontdekt, dat ik het bedrijf toch wel wil voortzetten. Nu ben ik vliegende keep. Ik help in de ijsmakerij en de winkel en ben dagelijks in de stal tussen de koeien te vinden.’
Dennis zit op de OSG in Den Burg en doet daar de havo. In zijn vrije tijd en de vakanties is ook hij de helpende hand op de boerderij. ‘Samen ondernemen zal zo langzaam groeien’, verwacht Wilma.
65.000 liter ijs
De afgelopen twee jaar waren niet makkelijk. Maar ondanks alles kijken ze met optimisme naar de toekomst. Piet: ‘We melken hier ruim honderd koeien. Met het ijs zijn we in 2000 heel voorzichtig begonnen. Inmiddels maken we zo’n 65.000 liter per jaar. ’s Zomers hebben we acht man personeel per dag nodig – twee voor de ijsmakerij, zes voor in de ijssalon – en dan nóg staat er vaak een rij van een kwartier. Een gouden greep, misschien. Maar dat wisten we van te voren niet. Dat hebben we bereikt door kwaliteit te leveren en door mond-tot-mondreclame.’
Nieuw is een onlangs in de ijssalon geplaatste melktap, een automaat waaruit klanten zelf gepasteuriseerde melk kunnen tappen. Het zal ongetwijfeld niet hun laatste wapenfeit zijn. Piet: ‘We hebben nog volop plannen en willen daarom graag nog even door.’