Joost Hoogenbosch
Boerderij Eethuis Catharinahoeve
Net zeventien jaar verliet hij de schoolbanken. Een drop-out zonder diploma die liever met zijn vrienden optrok dan met z’n neus in de boeken zat. ‘School was klaar met mij en ik was klaar met school.’ Maar het kwam goed met Joost Hoogenbosch. Al jaren runt hij een van de drukste restaurants op het eiland. Achteroverleunen doet hij niet. Naast de dagelijkse beslommeringen zorgt een sluimerende onrust ervoor dat hij steeds weer de behoefte heeft aan nieuwe uitdagingen.
We spreken elkaar in de aangebouwde serre van Catharinahoeve. Het boerderijrestaurant aan de rand van De Dennen, waar ’s zomers wachttijd een gegeven is. De serre is smaakvol ingericht. Moderner dan de boerderij zelf, maar met dezelfde laagdrempeligheid die de gasten zo aanspreekt. ‘We hadden net voor een paar ton verbouwd toen corona uitbrak. Sindsdien is ondernemen in de horeca compleet veranderd. Als ik voorheen een plan had, stapte ik naar de bank en kreeg ik geld. Nu is dat veel lastiger. Als horecabedrijf is het bijna ondoenlijk geworden om geld te lenen.’ Dat weerhoudt hem er niet van om nieuwe plannen te maken, want Joost (44) houdt van uitdagingen. ‘Het lijkt me mooi om laagdrempelige horecaconcepten te ontwikkelen en de exploitatie dan uit te besteden aan een jonge ondernemer. Voor deze groep starters is het bijna onmogelijk om wat voor zichzelf te beginnen. Dan moet je wel zó’n grote zak geld meebrengen.’
Gabber
Vanaf zijn twaalfde jaar heeft Joost een bijbaantje in de Catharinahoeve, toen nog eigendom van zijn vader Maarten. In zijn tienerjaren doet hij van alles, behalve zijn schoolwerk. ‘Het was gewoon niets voor mij. Dat heeft iets te maken met concentratie. Dat heb ik nog steeds: als ik denk dat ik iets al weet, is het klaar. Dan is de interesse weg.’ Stappen met vrienden staat centraal. ‘Ik was een echte gabber en altijd bezig met feesten en muziek.’ Het wielrennen, dat hij in zijn jeugd verdienstelijk deed, raakt op de achtergrond. Een baantje in het bedrijf van zijn vader is de makkelijkste oplossing als hij van school wordt gestuurd. ‘Ik wist niet wat ik wilde. Schipper of piloot leek me wel wat, maar daarvoor moest ik terug naar school en dat zag ik echt niet zitten.’ Rond zijn eenentwintigste raakt Joost zijn wilde haren wat kwijt en begint hij serieus over zijn toekomst na te denken. ‘Met mijn vader vormde ik een vennootschap onder firma en zes jaar later heb ik het hele bedrijf overgenomen.’ De succesformule, een laagdrempelig restaurant voor een brede doelgroep, zet hij voort. ‘Rond mijn dertigste heb ik overwogen om het roer om te gooien en te kiezen voor een ander concept, maar dat werd me van alle kanten afgeraden. Aan een succesformule moet je niet sleutelen.’
Tegenslagen
Eind 2014 besluit Joost om zijn horizon te verbreden en koopt hij Strandpaviljoen Paal 15. Inmiddels staan er twee paviljoens op het strandslag, waarvan één jaarrond. Het tweede (permanente) paviljoen volgde na enkele succesvolle jaren met het zomerse paviljoen. Het eigendom heeft hij sinds 2021 samen met Meline van der Honing, die zelfstandig de exploitaties doet. De aanschaf van het strandpaviljoen komt voort uit zijn bhoefte aan nieuwe prikkels. Niet alle uitdagingen waar hij in die tijd voor komt te staan, kiest hij vrijwillig. ‘De dag nadat ik had getekend voor de aankoop van Paal 15 zaten we in het ziekenhuis en hoorden we dat onze zoon Dennis diabetes heeft. Kort daarop werd onze vergunningaanvraag afgewezen. Twee jaar later kreeg mijn vrouw de diagnose borstkanker. Dat was een zware periode, waarin ik het nauwelijks kon opbrengen om te werken. Ik had twee personen thuis die zorg nodig hadden en nog een klein meisje van vier rondlopen. Helaas heeft onze relatie het niet overleefd, maar gelukkig hebben we nog steeds goed contact met elkaar.’
Terugkijkend denkt Joost dat hij in die periode tegen een burn-out aanleunde. ‘Het heeft lang geduurd voordat ik weer de drive had om alles op te pakken.’ Achteraf bezien zou hij zijn strandavontuur anders hebben aangevlogen. ‘Wat ik graag wilde neerzetten op het strand bleek in de praktijk lastig te realiseren. Daarvoor had ik er zelf dagelijks bij moeten zijn. Dat was niet haalbaar, vanwege de thuissituatie en mijn chronische ziekte.’
Ziekte van Crohn
Als een rode draad door zijn leven loopt de Ziekte van Crohn. Een chronische ontstekingsziekte van de darmen, die gepaard gaat met klachten als buikpijn, diarree en vermoeidheid. De ziekte vlamt af en toe in alle hevigheid op. ‘Toen ik begin twintig was werkte ik zestig uur per week, fietste ik veel, maar had ik ook heel veel last van mijn darmen. Ze dachten aan colitis ulcerosa (ontsteking van de dikke darm; red.), pas zes jaar later kwam de juiste diagnose: Ziekte van Crohn. De arts adviseerde me om gas terug te nemen met werk. Dat was heftig nieuws. Het positieve ervan is dat ik heb leren delegeren. Ik geef nu veel meer uit handen. Dat geeft mij ook de vrijheid om weer andere dingen aan te pakken.’ De combinatie rust, minder werken en sporten werkt helend. ‘Ik voelde me veel beter en het zorgde ook voor meer rust in mijn hoofd.’
Iron Man
Na die zware periode stelt Joost zichzelf een nieuw doel: het volbrengen van een Ironman Triatlon, als opmaat naar een kwalificatie voor het WK Ironman in Kona, Hawaii. ‘Ik had nog nooit aan triatlon gedaan, maar ik begon de sport steeds meer te volgen via social media. En ik vond het fantastisch. In 2019 deed ik in Hoorn mee aan een achtste triatlon. Zwemmen kon ik niet, dat was meer springen door het water. Achteraf hoorde ik dat het er vanaf de kant erg komisch uitzag. Toen ik desondanks derde werd in mijn leeftijdscategorie, smaakte dat naar meer en ben ik serieus gaan trainen.’ Voor wie niet thuis is in de sport: Ironman is een serie wedstrijden van de klassieke langeafstandtriatlon: 3,86 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen, gevolgd door een marathon (42,195 km) hardlopen.
In 2022 volbrengt hij de Ironman van Maastricht. ‘Dat voelde helend. Ik trainde 15 uur per week en dat ging ondanks de Crohn prima.’ In totaal voltooide hij vorig jaar drie halve en twee hele Ironmans. ‘In de coronajaren had ik heel hard getraind en nu het weer kon, wilde ik er alles uithalen. De laatste Ironman, op Cozumel, was te veel van het goede. Mijn lichaam was op en ik kwam niet happy over de finish. Dit jaar doe ik het wat rustiger aan.’ Lachend: ‘Dat kan nu ook niet anders, want door een val met de fiets heb ik een scheur in mijn schouder.’
Toekomst
Inmiddels zit hij lekker in z’n vel. De Crohn houdt zich rustig, hij werkt met plezier en kan veel tijd doorbrengen met zijn kinderen Dennis (12) en Danie (9). ‘Dennis wil profrenner worden en is heel fanatiek. We fietsen ook wel samen en dat is ontzettend leuk.’ Inmiddels heeft Joost weer een nieuwe relatie. ‘Ineke (Bremer, red.) ken ik eigenlijk al van school. Toen ze een paar jaar geleden naar Texel terugkwam, spraken we elkaar wel eens omdat mijn verzekeringen via Bremer lopen. Zo’n anderhalf jaar terug sloeg de vonk over. Dit jaar wil ik aan de Rozendijk, waar ik nu woon, een boerderij bouwen en willen we gaan samenwonen. Op Catharinahoeve loopt het ook prima. Ik heb een ervaren leidinggevend team dat fantastisch werk levert en trouwe medewerkers die al jaren bij me werken.’ De wens om nieuwe uitdagingen aan te pakken blijft aanwezig. ‘Soms denk ik dat ik de horeca wel zat ben en weleens wat anders zou willen, maar daar kom ik meestal op terug. Vanwege mijn darmaandoening heb ik me erg verdiept in voeding en voedingssupplementen. Orthomoleculair therapeut lijkt me ook wel een prachtig beroep, maar dan moet ik een opleiding volgen en dus aan de studie. En dat is dus niks voor mij’, lacht hij. ‘Gelukkig kan ik zakelijk nog genoeg andere uitdagingen bedenken.’
Op de achtergrond speelt ook de kwalificatie voor het WK Ironman nog door zijn hoofd. ‘Zodra het met mijn schouder kan, pak ik het trainingsschema weer op en wil ik weer Ironmans gaan doen. En desnoods ga ik naar het WK als ik vijftig ben. Dat maakt me niet uit.’ Crohn blijft een energieslurper, maar Joost voelt zich weer fitter worden. ‘De energie neem toe en mijn dagen zijn weer net zo chaotisch als ze altijd waren. Dat zal wel nooit veranderen.’